Staat van de straat
Dit artikel verscheen eerder in De Riepe van augustus 2025.
Naar aanleiding van de Monitor Daklozen hebben een aantal redacteurs van De Riepe hun eigen onderzoek uitgevoerd onder dak- en thuisloze mensen. Dit artikel vat de uitslagen samen.
Voor het onderzoek hebben we een vragenlijst afgenomen op opvanglocaties in Groningen, Leeuwarden en Assen. Ook hebben 2 redactieleden, die ervaringsdeskundige zijn, de vragenlijst ingevuld.
In totaal waren er 24 respondenten (mensen die de lijst hebben ingevuld). Op basis van zo’n kleine groep kunnen we geen conclusies trekken over alle dak- en thuisloze mensen. Maar het geeft wel een indruk van hoe het leven is voor sommigen van hen, vertelt door henzelf.
Het onderzoek is opgedeeld in een aantal onderwerpen. Het begint met de vraag hoe en waarom mensen dak- of thuisloos worden. Dan gaat het in op zaken die te maken hebben met het dagelijks leven, zoals de voorziening van basisbehoeften, geld, sociale omgang en veiligheid. Het sluit af met een blik op de toekomst.
Oorzaak
We vroegen respondenten naar de leeftijd waarop ze dak- of thuisloos zijn geworden, hoe dat is gebeurt en wat voor zaken er speelden die mogelijk van invloed zijn geweest.
Het blijkt dat de meeste respondenten tussen 21 en 30 jaar dak- of thuisloos zijn geworden. Meestal kwam dit doordat ze uit huis werden gezet. Vaak hadden ze destijds te maken met werkloosheid of middelengebruik.
Basisbehoeften
Hoe voorzien respondenten in hun basisbehoeften?
De meeste respondenten kopen hun eten of halen het bij een gaarkeuken. Meestal krijgen ze genoeg.
Respondenten slapen veelal slecht. De meeste doen dit in een slaaphuis of op de bank bij vrienden. Een grote groep slaapt in de openlucht.
Bij pijn of ziekte gaan de meeste respondenten gewoon door. Daarnaast zijn zelfmedicatie en de huisartsenpost populaire opties.
Geld
We vroegen respondenten hoe ze aan geld komen, waar ze het aan uitgeven en of ze ermee rondkomen.
De meeste respondenten ontvangen een uitkering. Daarnaast verdienen veel van hen geld met blikjes inzamelen. Eten en drinken vormen de grootste uitgaven, terwijl daarnaast vaak geld wordt uitgegeven aan kleding en drank en/of drugs. Meestal komen ze niet rond van hun geld.
Sociale omgang
Wat is de verhouding van respondeten met andere dak- en thuisloze mensen?
Voor de meeste respondenten is die verhouding goed. Een kleine meerderheid werkt ook af en toe samen. Ze doen dit door bijvoorbeeld samen de nachtopvang schoon te maken. Een respondent antwoordt, “Ervaringen delen met waar we tegen aanlopen met instanties.”
Af en toe geven of krijgen de meeste respondenten hulp aan of van lotgenoten. Vaak in de vorm van het delen van zaken als shag, geld of eten, maar ook advies of een luisterend oor. “Mentale steun door een goed gesprek,” antwoordt er een. “Om sterker te staan bij bepaalde delicten,” schrijft een ander.
Veiligheid
We vroegen respondenten naar hun ervaring met geweld, interactie met de politie en boas en hoe veilig ze zich voelen.
De meeste respondenten hebben af en toe te maken met geweld. Lichamelijk geweld en intimidatie zijn de meest voorkomende vormen. “Bewerkt met 1400 graden c brander!,” schrijft een respondent.
Zelf gebruiken de meeste respondenten nooit geweld, hoewel er ook een grote groep is die af en toe geweld gebruikt. Meestal is dat voor zelfverdediging of door stress.
De meeste respondenten hebben nooit of bijna nooit gedoe met de politie of boas. Als ze wel last hebben is dat meestal in de vorm van boetes of arrestaties. “Boetes, volgen, treiteren,” schrijft er een. Sommige respondenten hebben ook positieve interacties. “Na ‘dood’ kijken ze vaak of ik nog ‘leef’,” is een antwoord.
Ondanks alles voelt het overgrote deel van de respondenten zich wel veilig. Ze wijten dit vooral aan hun karakter, gedrag en reputatie. “Ben alleen bang voor mezelf,” grapt er een. Voor de kleine groep respondenten die zich niet veilig voelt, ligt de oorzaak vaak in hun eigen problemen en de afwezigheid van een veilige slaapplek. “Onvoorspelbaarheid van andere daklozen,” noemt een respondent ook nog.
Toekomst
Wat hebben respondenten nu nodig en wat is hun toekomstvisie?
De meeste respondenten geven aan op korte termijn een woning nodig te hebben. Op de lange termijn worden stabiliteit, rust en vastigheid genoemd. Vragen om ondersteuning komen ook vaak terug. “Snellere hulp van instanties als iets mis gaat,” klinkt een antwoordt.
Als respondenten dromen over hun toekomst willen de meesten van hen weer opgenomen worden in de ‘normale’ samenleving. “Terug in socialiteit,” schrijft er een. “Huisje boompje beestje,” antwoordt een ander. Sommigen zijn wat ambitieuzer. Een respondent wil piloot worden van een f16 en een hoopt op wereldvrede.
Boodschap
Gevraagd om een boodschap richten de meeste respondenten die aan lotgenoten. Veelal in de vorm van advies, maar af en toe steken ze hen ook een hart onder de riem. “Vriendelijk zijn. Heel vaak willen ze je dan wel helpen,” schrijft een. “Focus op wat je kan doen en gun jezelf de tijd om alles te verwerken,” antwoordt een ander.
Een kleiner aantal boodschappen is gericht aan mensen die niet dak- of thuisloos zijn. “Gun een ander ook een leven,” is een representatief antwoord.
In het onderzoek komen nog veel meer interessante feiten aan bod, maar we hebben in dit artikel niet de ruimte om daarop in te gaan. Daarom kan het volledige onderzoek worden gedownload van de website van De Riepe.
Geef een reactie